Ronald de Rooij (InFit Beweegconcepten) is architect Beweegschool.
“Kinderen hebben een natuurlijke behoefte om te klimmen en te klauteren. Daarmee leren ze hun grenzen verkennen en leren ze welke risico’s ze wel en niet kunnen nemen.” Ronald de Rooij is mede-initiatiefnemer van Infit Beweegconcepten. “We bedenken en ontwikkelen innovaties voor het onderwijs, kinderopvang en sportaccommodaties op het gebied van bewegen.”
“Eén van onze uitgangspunten is dat sport en bewegen niet beperkt hoeft te worden tot specifieke sportruimtes als een gymzaal, maar dat het hele gebouw kan uitdagen”, vervolgt Ronald de Rooij. “Dus ook de gangen, hallen en gemeenschappelijke ruimtes. Soms kun je met een kleine aanpassing als het weghalen van een muur of door er juist eentje te plaatsen verrassende mogelijkheden bewerkstelligen.”
Les buiten de klas
“Ik heb altijd wat gehad met sporten en samen met Het Nieuwe Gymmen heb ik me verdiept in de manier waarop in Denemarken op scholen wordt omgegaan met bewegen”, vervolgt Ronald de Rooij. “In Nederland heb je de reguliere gymles en het speelkwartier en dat is het, maar in Denemarken moet aantoonbaar ook in de andere lessen worden bewogen. Daardoor wordt ook veel buiten de klas en in de open lucht les gegeven. Als de leerlingen bijvoorbeeld op de grond in de gang of op het plein een tijdlijn maken voor het vak geschiedenis, moeten ze actief aan de slag. Bovendien beklijft het beter. Dat is zeker heel goed voor leerlingen die niet lang kunnen stilzitten en hun energie kwijt moeten.”
Ronald de Rooij vond het opvallend dat er in Denenmarken veel meer ruimte per leerling is in de scholen. “Zo’n elf vierkante meter per leerling. Dat is bijna de helft meer dan in Nederland. Maar zo zijn de normen nu eenmaal. We moeten het doen met de ruimte die we hebben.” De bewegingsconsulent/architect wilde materialen uit Denemarken naar Nederland importeren, maar na een eerste levering van voorbeeldspullen, werd het Deense bedrijf overgenomen en stopte de export. “De proefmaterialen die we hadden zijn in de wachtruimte van een diagnostiek- en behandelcentrum voor kinderen geplaatst en doen daar prima hun werk. Er komen veel kinderen, die er automatisch toe worden aangetrokken en er mee gaan spelen. In het behandelcentrum moeten kinderen vaak verschillende onderzoeken ondergaan. Het is dus mooi dat ze tussen de onderzoeken door even kunnen ontspannen.”
Betere motorische ontwikkeling
In Nederland kwam Ronald de Rooij bij Nijha uit als leverancier van vernieuwende sporttoestellen in het onderwijs. “We werken bij de inrichting van de Beweegschool samen met Nijha. Ach, en het kan zo uitdagend zijn. Veel kinderen kunnen nauwelijks nog een bal vangen of gooien. Als je ziet dat je vriendje die bal steeds in het net gooit wil jij dat ook kunnen. Meer bewegen leidt min of meer vanzelf tot een betere motorische ontwikkeling.”
Energie kwijt raken
De Beweegschool in Alblasserdam, die begin 2021 geopend wordt, is uitgerust met heel veel beweegplekken, die vanzelfsprekend voldoen aan alle veiligheidseisen. Ronald de Rooij: “Waar de kinderen zelf kunnen kiezen om klimmend of met de trap naar boven te gaan. Waar ze in ringen en touwen kunnen gaan hangen om hun energie kwijt te raken en waar ze een rondje om de tribunetrap kunnen rennen en met ballen in baskets kunnen gooien. De vormgeving van het interieur daagt kinderen uit in beweging te komen. Bewegen gaat op die manier onderdeel uitmaken van de normale dingen die kinderen graag doen. In de ‘beweegschool’ kunnen kinderen hun eigen uitdaging aangaan en grenzen verkennen. We brengen bewegen weer terug in de natuur van het kind. En misschien wel het allerbelangrijkste… we gooien het niet op het bordje van de leerkrachten.”
Effect beter
Leerlingen en leerkrachten hebben er nog meer voordelen bij. “Een leerling met ADHD die extreem druk is wordt nu de klas uitgestuurd en moet in de gang staan om af te koelen. Maar in de Beweegschool zegt de juf ‘Ga maar even in de touwen of de ringen hangen’. Het doel is hetzelfde, maar het effect veel beter.”
Risico’s nemen
Ronald de Rooij is voorstander van dat kinderen risico’s leren nemen. “Een spel als apenkooi is het meest gewild en daar kleven toch relatief veel risico’s aan. Het gaat altijd goed omdat de kinderen zelf kunnen inschatten wat ze wel en niet aankunnen. En lukt een sprong niet, dan weet je dat je moet oefenen om het een volgende keer wel te kunnen.
Waarom zou je niet mogen rennen in de gangen van de school? Omdat we bang zijn dat kinderen tegen elkaar op botsen? Of dat ze hard gaan gillen. Tegen elkaar opbotsen kan ook gebeuren bij de training van de voetbal- of atletiekclub en het gillen is vaak uit enthousiasme omdat je anders niet mag rennen. Dat verdwijnt als het gemeengoed wordt.
Dit artikel verscheen eerder in het magazine van Nijha, te lezen via deze link.